Adoptiestichtingen in Nederland willen dat de adoptiestop zo snel mogelijk wordt ingetrokken

Op 8 februari 2021 besloot toenmalig minister Dekker van Rechtsbescherming om de buitenlandse adoptie (voorlopig) op te schorten. Maar is dit wel een slimme zet? Sanne Buursink, algemeen directeur bestuurder van adoptiestichting A New Way, denkt van niet. Komende maand krijgen de adoptiestichtingen misschien meer duidelijkheid.

 

In de jaren 70 en 80 ging er veel mis bij interlandelijke adoptie; biologische ouders wisten vaak niet dat hun kinderen ter adoptie naar het buitenland ging en moeders namen gedwongen afstand van hun kind. Dit kwam pas later aan het licht. De verhalen werden pas in 2017 uitgebreid besproken in de media en als gevolg daarvan stond het onderwerp ook op de politieke agenda.

 

Tegen het einde van 2018 liet Dekker weten dat de Nederlandse overheid misschien toch niet zo zorgvuldig handelde in het verleden als gedacht werd. Uit het onderzoek dat volgde, bleek dat de Nederlandse overheid in sommige gevallen wel bekend was met de misstanden, maar ze niet staakte.

 

Dekker twijfelde of het mogelijk is om een publiekrechtelijk systeem te ontwerpen waarin misstanden niet meer voorkomen. Hij schortte de interlandelijke adoptie op omdat er volgens hem een herbezinning moet komen op het systeem. Het nieuwe kabinet zal hier een standpunt over innemen.

 

Gevolgen

Sanne Buursink, algemeen directeur bestuurder van adopiestichting A New Way (non-profitorganisatie), is het niet eens met dat de buitenlandse adoptie nog steeds is opgeschort. “Het adoptiesysteem, net als elk ander systeem, kent kwetsbaarheden, maar sinds dat alle adopties moeten voldoen aan het Haags adoptieverdrag is er al veel veranderd”, zegt zij.

 

Het doel van dat verdrag is dat de adoptieprocedures zo zorgvuldig mogelijk plaatsvinden. Buursink: “Daarnaast is het onderzoek van Dekker over het verleden te kort door de bocht voor een beslissing over vandaag de dag; het is onvoldoende onderbouwd.”

 

A New Way, en andere vergunningshouders zoals Wereldkinderen, willen dat de adoptiestop zo snel mogelijk wordt ingetrokken. De reden daarvoor is de impact van de gevolgen. “Kinderen worden nu juist de dupe; we willen voorkomen dat er ‘nee’ tegen ze moet worden gezegd”, zegt Buursink. Ook heeft de stop gevolgen voor aspirant-ouders die midden in de adoptieprocedure zaten. Volgens Buursink moeten de adoptieprogramma’s blijven bestaan zolang er ouders zijn die dat kunnen doen.  

 

Mocht de interlandelijke adoptie toch doorgaan, bepaalt de Tweede Kamer met welke landen er zal worden samengewerkt. De woordvoerder van het ministerie van Justitie en Veiligheid kan nog niks zeggen over wanneer dat op de agenda staat. Komende maand komt de minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming met een standpunt hierover. De adoptiestichtingen, wachtende kinderen, aspirant-ouders en de landen waar Nederland mee samenwerkt krijgen dan misschien eindelijk duidelijkheid over of de buitenlandse adoptie ooit nog mogelijk is.

​

​

​

​